Gerrit Brand |
Clarice Lispector wist het zelf ook: of je houdt van haar werk of je vindt het helemaal niks. Er zit weinig tussen. Als je een roman van Lispector leest besef je onmiddellijk, dit is grote literatuur. En tegelijkertijd moet je concluderen dat je er vaak maar weinig van snapt. Dat komt niet omdat haar vocabulaire zo moeilijk is, maar omdat je vaak gewoon niet begrijpt wat ze nu precies wil zeggen. Hermetisch is een woord dat geregeld valt in de biografie van Benjamin Moser, gesloten, iets waar je niet bij kunt komen, een wereld op zich. Ze wist zelf ook wel, dat er zo tegen haar werk werd aangekeken. Ze gaf weinig interviews maar in 1977 liet ze zich interviewen voor de tv. Het interview mocht pas na haar dood publiek worden gemaakt. Daarin vertelt ze dat een leraar Portugees haar meedeelde dat hij een boek van haar drie keer gelezen had en er nog steeds niets van begreep, terwijl een zeventienjarige scholiere haar kwam vertellen dat ze precies begreep wat de schrijfster bedoelde. Brazilië is net als de VS een immigratieland. Miljoenen mensen emigreerden naar Brazilië, velen uit het Midden-Oosten en uit Europa, maar bijvoorbeeld ook uit Japan wist men de weg naar het land te vinden. De joodse ouders van Clarice Lispector behoorden tot de weinige gelukkigen die de vreselijke pogroms in Oekraïne, die geregeld de kop opstaken en rond 1920 op hun allerergst waren, wisten te overleven en erin slaagden naar Brazilië te emigreren. Ongeschonden kwam de familie er echter niet door. De moeder van Clarice werd tijdens een pogrom verkracht en liep een geslachtsziekte op waardoor ze langzaamaan verlamd raakte. Clarice Lispector werd in 1920 in Oekraïne geboren en kwam toen ze twee maanden oud was naar Brazilië. Haar moeder overleed toen ze negen was. Benjamin Moser komt in zijn biografie tot de conclusie dat de dood van de moeder, met de schuldgevoelens die daarmee voor de dochter gepaard gingen, een van de belangrijkste thema’s, zo niet hét centrale thema in het werk van de schrijfster is. Clarice Lispector groeide doodarm op in Recife, in het noorden van Brazilië. Na het overlijden van haar moeder verhuisde de vader met zijn drie dochters (Clarice was de jongste) naar Rio de Janeiro, waar Clarice rechten studeerde en haar toekomstige man ontmoette, de diplomaat Maury Gurgel Valente. Met hem verbleef ze in de jaren veertig en vijftig onder andere in Italië, Zwitserland en de VS. Uit het huwelijk werden twee zonen geboren. Onderwijl schreef Clarice haar eerste romans die door haar literaire vrienden meteen als bijzonder herkend werden, wat niet wil zeggen dat ze er onmiddellijk beroemd mee werd. De waardering was er, maar tot in de jaren zestig had ze moeite haar boeken uitgegeven te krijgen. Het werk van Lispector is dan ook moeilijk toegankelijk. Je weet wat je leest maar je vraagt je toch voortdurend af wat er nou precies staat en wat de schrijfster probeert te zeggen. Eenzaamheid en het zoeken naar God en dat onderhuidse schuldgevoel vanwege de dood van de moeder (de dochter heeft de moeder niet kunnen redden) vormen de thema’s van haar werk, dat je daarmee existentieel zou kunnen noemen. Clarice Lispector was joods, maar niet belijdend, in wezen was ze atheïstisch, echter voortdurend op zoek naar wat je bij gebrek aan een betere term maar God moet noemen. Onwillekeurig doet haar werk me denken aan dat van de middeleeuwse mystieke dichters, een grote zoektocht naar de oorsprong van ons bestaan. Als je bedenkt dat Lispector in haar eenzaamheid vooral in haar latere leven (ze scheidde rond haar veertigste van Gurgel Valente en ging permanent in Rio wonen, in het enige land wonen waar ze zich thuisvoelde) veel kalmerings- en slaapmiddelen tot zich nam, kun je je wel enigszins voorstellen dat het mystieke denken van haar er niet minder op werd. Depressie volgde op depressie, Clarice Lispector behoorde nou niet bepaald tot de mensen die het leven meestal van de zonnige kant bezien. Het werk van Lispector is (nog) weinig vertaald in het Nederlands. Wie geen Portugees kan zal dus kennis moeten maken met haar romans in het Engels of Duits. Het uur van de ster is opnieuw uitgebracht en er is een boek verschenen met haar kronieken (ze schreef kronieken/columns in een aantal Braziliaanse dagbladen) in de Privédomeinreeks bij de Arbeiderspers. Gelukkig citeert Benjamin Moser uitgebreid uit de verschillende romans die tijdens haar leven verschenen, zodat je toch een goed beeld krijgt van haar werk. Moser heeft alles in korte overzichtelijke paragrafen en hoofdstukken ingedeeld. De biografie verveelt geen moment, integendeel je wordt meegesleept in het leven van de schrijfster en vooral tegen het einde is het moeilijk het boek weg te leggen. Benjamin Moser is niet bang zijn persoonlijke mening te geven, hij interpreteert en psychologiseert er af en toe lustig op los, maar het is geen moment storend. Hij schreef een aanstekelijke biografie die je zin geeft om Clarice Lispector te gaan lezen. Het boek (oorspr. titel Why this world: a biography of Clarice Lispector) is over de hele wereld geprezen. Aardige bijkomstigheid is dat Benjamin Moser, geboren in Austin Texas, in Nederland woont. Al googelend kwam ik ook het interview uit februari 1977 tegen, dat ze enkele maanden voor haar dood aan de Braziliaanse tv gaf. Ik aarzelde om het te gaan bekijken, per slot van rekening heb je na lezing van de biografie van Moser een bepaald ideaalbeeld van Clarice Lispector in gedachten, dat wel eens verstoord zou kunnen worden door filmbeelden van de schrijfster. De werkelijkheid is vaak minder mooi dan de verbeelding ervan. Hoewel de hopeloze triestheid en eenzaamheid ervan afstralen, maakt het interview de ongrijpbare schrijfster in mijn ogen alleen maar grootser. Clarice Lispector stierf op 57-jarige leeftijd aan kanker. Clarice Lispector, Benjamin Moser 560 pagina’s, mei 2016 Arbeiderspers
1 Comment
|
AuteurGerrit Brand, neerlandicus, woonachtig in Groningen, schrijver, piloot, ondernemer, zes romans gepubliceerd, Tolvlucht, Omnia Uitgevers, 2007. Bij uitgeverij Nobelman: Een heel nieuw leven, 2011; De wegen van Valentina, 2014; De Amerikaan, 2019; Le Mans, 2021; Cinemascope, 2023. Archives
January 2025
Het lage podium staat vol met apparatuur. 't Is 2010 maar het ziet eruit als 1968. Microfoonstandaards, snoeren, een Rolandorgel, een uitgebreid drumstel samengesteld uit transparante trommels, van de achteren af doorlicht. Blauwe en gele spots. Een blonde Fries staat bij het podium. 'Ken je de band nog van vroeger?' vraag ik. 'Ik heb de elpee,' luidt het antwoord, ' 't is een cultband, hè? Dat ze nog bestaan!' 'Volgens mij zijn ze jarenlang uit de running geweest (Ik heb me gedocumenteerd op internet alvorens naar Drachten (of all places) af te reizen), alleen de bassist is nog over van de originele bezetting.' De zaal is slechts gevuld met een handjevol mensen. Ik ben niet de jongste, maar ook zeker niet de oudste. Veel grijs, spijkerbroeken, slierterig lang haar. Een mooie zaal, ideaal voor rockconcerten, met een prachtige bar. Authentieke barkeepers, gouden oorringen en tatoeages, petjes, Harley Davidson op de borst. Plastic bekertjes (vroeger had je nog echte glazen, stond je tijdens een rockconcert vaak in de glasscherven, moest je schoenen aantrekken met stevige zolen), mijn god, je moet betalen met muntjes. Stop een tientje in een automaat en er rollen zes plastic muntjes uit. Een bier is één muntje, hoeveel kost dan één biertje? Ik bied de Fries ook maar een pilsje aan en vraag hem hoe oud hij is. Achtenvijftig, ik had hem jonger geschat. Hij heeft iets jongensachtigs, is dat rock 'n roll? Hij vertelt dat hij vaak, overal en nergens, in de provincie naar rockconcerten gaat. De oude namen, Ten Years After, Focus en nu Iron Butterfly, als feniksen uit de as herrezen zijn ze er om de zoveel jaar weer, back on stage, als jonge goden. Eindelijk komt de band op. Links het orgel, Boris Karloff (met lang haar) bespeelt hem, de drummer heeft bij Wishbone Ash gespeeld, rechtst de gitarist, afkomstig uit Seattle, en in het midden, vóór op het podium op een barkruk geleund, stram in de dunne benen, moeizaam bewegend, de benige vingers omwikkeld met leukoplast, bassist Lee Dorman. Petje, bril. Er wordt meteen ingezet en het geluid is overweldigend. In de sixties heette het psychedelische rock, ik zou het hardrock willen noemen. Enkele nummers, lang uitgesponnen, gierende gitaar, meeslepend orgel, hakkende drummer, drijvende bas. Mummelende Dorman, onverstaanbaar. Wat zegt-ie, wat zegt-ie? Schouderophalen, gelach. Vingers omhoog, geweldig. De jaren vallen van de schouders. Wat heb ik de afgelopen veertig jaar gedaan, meegemaakt? Vergeet het, we zijn weer terug bij het begin. Een mens verandert niet, je karakter ligt vast. Dorman mompelt iets van Harley Davidson en begint te zingen, Easy Rider. Pegs of people line the street / A ball and chain around their feet / Waitin' for a weekend treat / But Easy Rider's got 'em all beat 'cause / Easy rider, he's a glider / (Easy) Freedom, every day... Hier komen we voor. Nog een paar nummers, hetzelfde recept, jankende gitaar, dreunende orgeltonen, primair drumwerk, een heftig plukkende bassist die het ritme voortdurend opjaagt. Dan is het zover en wordt In-a-gadda-da-vida ingezet. Eerst het orgel, dan de gitaar die de lucht lijkt te willen verscheuren. Twee blonde meiden dringen zich naar voren. Toch nog twee groupies voor opa, maar hij ziet ze niet, hoeft ze ook niet, zou niet meer weten wat-ie met ze aanmoest. Als de drummer zijn minutenlang durende solo inzet, haalt Dorman moeizaam (geholpen door een roadie) zijn instrument van zijn schouder om zich stijf naar de zijkant van het podium te bewegen. Daar drinkt hij een pilsje, net als wij uit een plastic glaasje. De tijd van drugs is voorbij, het is nu zaak om overeind te blijven, nog zo lang mogelijk te blijven ademen. Prachtig die drumsolo, hij duurt en hij duurt maar. Steeds weer nieuwe variaties, holle klanken, felle klanken, blikkerige, dreunende. Je vraagt je af waarom ze daar in de jaren zeventig nu ineens zo'n hekel aan kregen. Als we terugrijden zijn we het erover eens, dit was een bevredigend concert, ruw, ongepolijst, met de dood op de hielen gespeeld, maar zonder concessies. Rock 'n roll gaat een leven lang mee. Archives
January 2025
Categories |
official website [Copyright © Gerrit Brand 2010-2024]
All rights reserved GerritBrand.nl Website is NOT responsible for any external link on the website Powered by: Uitgeverij Nobelman |
Contact
Uitgeverij Nobelman Emdenweg 3 9723 TA Groningen The Netherlands Tel: + 31 (0) 6 50831893 e-mail : [email protected] |