Gerrit Brand |
MULTICULTURALITEIT CENTRAAL | EEN AANRADER. Tekst Gerrit Brand Foto’s Sanne Peper e.a. Het theaterstuk Lawrence of Arabia is nog tot 2 december te zien als de laatste voorstelling gespeeld wordt in De Kleine Komedie in Amsterdam. Wij zagen het stuk in de Groninger Stadsschouwburg. Knap in elkaar gezet en mooi gespeeld. Gebaseerd op de film Lawrence of Arabia uit 1962 (wie heeft hem eigenlijk gezien?), die zich afspeelt in de eerste wereldoorlog. Achter die romantische film schuilt een ander verhaal, dat van het Europees kolonialisme in het Midden-Oosten en beslissingen van toen die de kiem legden voor grote conflicten waarmee we vandaag de dag te maken hebben in landen als Syrië, Irak, Libanon en Jemen. Twintig jaar geleden had ik geen idee wie Lawrence of Arabia precies was. Waarschijnlijk had ik wel eens van hem gehoord en flarden van de gelijknamige film gezien maar over de persoon T.E. Lawrence en de geschiedenis van het Midden-Oosten wist ik zo goed als niets. Totdat ik in 1999 in Aqaba terechtkwam, als autojournalist bij de persintroductie van de Peugeot 607. In 1917 vond daar de strijd om Aqaba plaats waarbij de Arabieren onder leiding van sjeik Auda Ibu Tayi, geadviseerd door T.E. Lawrence, de Turken versloegen. In Aqaba begon de victorie en werd het einde van het Ottomaanse rijk ingeluid. In Aqaba pikte ik een boek op over Lawrence of Arabia en raakte gefascineerd door deze figuur. Ik was destijds net aan mijn roman Tolvlucht begonnen, die grofweg in de periode van de eerste wereldoorlog tot aan de tweede wereldoorlog speelt. De hoofdfiguur is een piloot die van alles meemaakt en voor de Engelsen in de eerste wereldoorlog vliegt en deelneemt aan de luchtstrijd in Noord-Frankrijk. Toen ik ontdekte dat er ook in het Midden-Oosten luchtgevechten geleverd werden, besloot ik mijn held daar ook naartoe te sturen. Om dat boek te kunnen schrijven, in een tijd dat internet nog lang niet zo ontwikkeld was als nu, las ik enkele meters boeken over de eerste decennia van de twintigste eeuw. Over beeldende kunst in die tijd, vliegtuigen van Fokker en Koolhoven, auto’s, politiek, de eerste wereldoorlog en hoe het zo ver kon komen, over Zeppelins, over het Midden-Oosten, the Arab Bureau en Shepheard’s Hotel in Caïro, over Sykes en Picot en de verdeling van het Midden-Oosten tussen de Fransen en Britten, en natuurlijk over T.E. Lawrence. Lawrence bleek een boek geschreven te hebben, Seven Pillars of Wisdom, toentertijd nog niet in het Nederlands verkrijgbaar. Er waren biografieën over hem. Ik las over zijn heldendaden in de Hejaz, grofweg het gebied dat nu Saoedi-Arabië heet, de eindeloze hitte, de ontberingen in de strijd tegen de Turken (het Ottomaanse rijk heerste al vier eeuwen over de Arabieren in het Midden-Oosten, maar had de kant van de Duitsers gekozen en moest verslagen worden, wat ook gelukte waarna de Turken hun hegemonie in het gebied voorgoed kwijt waren), zijn vermoedelijke homoseksualiteit (in die oude boeken werd dat slechts zijdelings aangetikt), over de manier waarop hij na de eerste wereldoorlog als eenvoudig soldaat in dienst ging in het Engelse leger in India, over hoe hij aan zijn einde kwam door een ongeluk met zijn Brough Superior, de Rolls Royce onder de motorfietsen van die tijd. Je hebt het al door, ik weet veel over de eerste wereldoorlog en over het ontstaan van het huidige Midden-Oosten. De hele regio is min of meer in- of opgedeeld door de Britten en de Fransen die de staten Irak, Syrië, Jordanië, Libanon en Saoedi-Arabië creëerden. (Die laatste is overigens nog een verhaal apart maar dit terzijde). Na het verschijnen van Tolvlucht had ik het eerst wel even gehad met Lawrence of Arabia en alles wat eromheen hangt. Eigenlijk ben ik de naam Lawrence of Arabia de laatste jaren ook weinig tegengekomen. Tot ik tot mijn verbazing bij toeval zag dat in de Stadsschouwburg het toneelstuk Lawrence of Arabia speelde. Mijn interesse was meteen gewekt. Blijkt het een stuk te zijn dat inhaakt op de wereldberoemde film Lawrence of Arabia. Die film heb ik wel eens gezien – zelfs de dvd thuis liggen – maar hij duurt erg lang en ik vond er niet veel aan. Te romantisch allemaal. Een verwrongen beeld van de werkelijke gebeurtenissen biedend. Dat vonden de makers van het toneelstuk dat op het ogenblik in de Nederlandse schouwburgen te zien is ook. Marjolijn van Heemstra en Sadettin Kirmiziyüz maakten (zoals ze zelf zeggen) een voorstelling over de invloed van het verleden op het heden, over de verwevenheid van alles en iedereen. En over de vraag wat jij en ik te maken hebben met een oude oorlog hier ver vandaan. Ze vertellen het verhaal van het Europees kolonialisme in het Midden-Oosten en beslissingen van toen die de kiem legden voor grote conflicten waarmee we vandaag de dag te maken hebben. Samen met drie jonge acteurs gaan Van Heemstra en Krimiziyüz op zoek naar de belangrijkste scènes die zouden moeten worden toegevoegd om de film Lawrence of Arabia volledig te maken. Daarbij zij opgemerkt dat die film uit 1962 stamt, een tijd waarin anders aangekeken werd tegen het Midden-Oosten en haar geschiedenis dan tegenwoordig. Wat de makers van het stuk doen is prijzenswaardig – en bijzonder, want wie komt er nu op het idee om aan de hand van die oude film zijn ideeën over het huidige Midden-Oosten met alle problematiek en oorlogen van dien gestalte te geven. Marjolijn van Heemstra die het stuk schreef brengt de huidige tijd in beeld door vrouwen, kamelen, homoseksualiteit en oliebronnen op te voeren. Ze doet dat in zevenentwintig scènes, die met bordjes worden aangegeven. Steeds een nieuw bordje als er een nieuwe scène begint. In een eenvoudig decor van bordkarton. De spelers tooien zich in geïmproviseerde gewaden. Genoeg om de richting aan te geven waarin je als toeschouwer moet denken. Dat Lawrence of Arabia niet bij iedereen een top-of-mind positie inneemt mag duidelijk zijn en ook het Midden-Oosten is niet een trekker van jewelste. (Welk serieus theaterstuk trekt wél volle zalen? Iets klassieks, met bekende acteurs. Maar dan heb je het ook wel gehad). Dus hebben de makers ervoor gekozen een kleine setting te bouwen op het toneel van de Stadsschouwburg. De toeschouwers zitten op een soort tribune rond het toneel. Het stuk wordt gespeeld door vier acteurs, je zou bijna zeggen onder leiding van Sadettin Kirmiziyüz, ouwe rot in het vak, oprichter, leider van zijn eigen theaterproductiebedrijf Trouble Man. Pip Lucas (die Lawrence speelt), Giovanni Brand en Alidtcha Binazon zijn drie jonge acteurs, vers van de toneelschool of nog aan het afstuderen. Ze spelen de sterren van de hemel. Omdat je er als publiek zo bovenop zit kun je hun mimiek goed bestuderen. Goed gedaan. Prima spel. Niet gemakkelijk. Het ís ook geen gemakkelijk stuk. Misschien zelfs moeilijk te doorgronden voor iemand die niets over Lawrence of de Arabische wereld weet. Van Heemstra heeft de film als uitgangspunt genomen. Ze neemt een aantal scènes door en maakt duidelijk dat het in werkelijkheid allemaal een stuk minder eenvoudig en zeker minder romantisch was als in de film gesuggereerd wordt. Gertrude Bell wordt genoemd en krijgt een rol in het stuk. Bell is eigenlijk voortdurend vergeten in de Lawrence-legende. Zij is de vrouw die aan de wortels van Irak stond en ooit het Irakees Nationaal Museum oprichtte. Langzamerhand verandert het perspectief en komen ‘de spelers zelf’ aan het woord. Ze leveren commentaar op hun rol. Als toeschouwer vraag je je af wat echt is en wat toneel. Giovanni Brand zegt dat hij een ‘kamper’ is, van een woonwagenkamp komt, en daar zijn leven lang op aangekeken is. Gediscrimineerd. Alidtcha Binazon heeft het over haar vader die oorspronkelijk uit Benin kwam en het niet wist te maken in ons land, ten onder ging aan psychoses (is het waar? Zou best kunnen), Pip Lucas is blond en komt uit Dalfsen, uit de provincie, een gewoon Hollands meisje zou je zo zeggen, en ‘teamleider’ Kirmiziyüz heeft Turkse ouders, is in Nederland geboren maar kwam er toch al snel achter dat hij geen gewone Nederlander was, maar – in ieder geval – ook Turks. Lawrence of Arabia is zo gezien postmodern, een tem die al uit de jaren zestig stamt overigens. De schrijver schrijft zich zijn eigen roman in, de acteurs zijn af en toe zichzelf en becommentariëren hun eigen rol. TeaTUiteindelijk draait het om multiculturaliteit. De vraag is hoe al die verschillende culturen en volkeren (stammen, religies) in het Midden-Oosten, maar ook in Nederland ooit met elkaar in vrede samen zullen kunnen leven. Vroeger – in de tijd van Lawrence, of eigenlijk de tijd voor Lawrence – was de wereld dunner bevolkt. Dat scheelde al een stuk, zeker in het Midden-Oosten. Nu ligt iedereen met elkaar overhoop. Eigenlijk al sinds de Fransen en Engelsen na de eerste wereldoorlog in het wilde weg nieuwe grenzen trokken de verschillende culturen als het ware door elkaar husselden. En ook hier in Europa is het een potpourri van culturen en religies. Hoe daar richting aan te geven? Ik zou het niet weten. Kirmiziyüz houdt met zijn stuk een pleidooi voor de multiculturele samenleving.
0 Comments
Leave a Reply. |
AuteurGerrit Brand, neerlandicus, woonachtig in Groningen, schrijver, piloot, ondernemer, zes romans gepubliceerd, Tolvlucht, Omnia Uitgevers, 2007. Bij uitgeverij Nobelman: Een heel nieuw leven, 2011; De wegen van Valentina, 2014; De Amerikaan, 2019; Le Mans, 2021; Cinemascope, 2023. Archives
January 2025
Het lage podium staat vol met apparatuur. 't Is 2010 maar het ziet eruit als 1968. Microfoonstandaards, snoeren, een Rolandorgel, een uitgebreid drumstel samengesteld uit transparante trommels, van de achteren af doorlicht. Blauwe en gele spots. Een blonde Fries staat bij het podium. 'Ken je de band nog van vroeger?' vraag ik. 'Ik heb de elpee,' luidt het antwoord, ' 't is een cultband, hè? Dat ze nog bestaan!' 'Volgens mij zijn ze jarenlang uit de running geweest (Ik heb me gedocumenteerd op internet alvorens naar Drachten (of all places) af te reizen), alleen de bassist is nog over van de originele bezetting.' De zaal is slechts gevuld met een handjevol mensen. Ik ben niet de jongste, maar ook zeker niet de oudste. Veel grijs, spijkerbroeken, slierterig lang haar. Een mooie zaal, ideaal voor rockconcerten, met een prachtige bar. Authentieke barkeepers, gouden oorringen en tatoeages, petjes, Harley Davidson op de borst. Plastic bekertjes (vroeger had je nog echte glazen, stond je tijdens een rockconcert vaak in de glasscherven, moest je schoenen aantrekken met stevige zolen), mijn god, je moet betalen met muntjes. Stop een tientje in een automaat en er rollen zes plastic muntjes uit. Een bier is één muntje, hoeveel kost dan één biertje? Ik bied de Fries ook maar een pilsje aan en vraag hem hoe oud hij is. Achtenvijftig, ik had hem jonger geschat. Hij heeft iets jongensachtigs, is dat rock 'n roll? Hij vertelt dat hij vaak, overal en nergens, in de provincie naar rockconcerten gaat. De oude namen, Ten Years After, Focus en nu Iron Butterfly, als feniksen uit de as herrezen zijn ze er om de zoveel jaar weer, back on stage, als jonge goden. Eindelijk komt de band op. Links het orgel, Boris Karloff (met lang haar) bespeelt hem, de drummer heeft bij Wishbone Ash gespeeld, rechtst de gitarist, afkomstig uit Seattle, en in het midden, vóór op het podium op een barkruk geleund, stram in de dunne benen, moeizaam bewegend, de benige vingers omwikkeld met leukoplast, bassist Lee Dorman. Petje, bril. Er wordt meteen ingezet en het geluid is overweldigend. In de sixties heette het psychedelische rock, ik zou het hardrock willen noemen. Enkele nummers, lang uitgesponnen, gierende gitaar, meeslepend orgel, hakkende drummer, drijvende bas. Mummelende Dorman, onverstaanbaar. Wat zegt-ie, wat zegt-ie? Schouderophalen, gelach. Vingers omhoog, geweldig. De jaren vallen van de schouders. Wat heb ik de afgelopen veertig jaar gedaan, meegemaakt? Vergeet het, we zijn weer terug bij het begin. Een mens verandert niet, je karakter ligt vast. Dorman mompelt iets van Harley Davidson en begint te zingen, Easy Rider. Pegs of people line the street / A ball and chain around their feet / Waitin' for a weekend treat / But Easy Rider's got 'em all beat 'cause / Easy rider, he's a glider / (Easy) Freedom, every day... Hier komen we voor. Nog een paar nummers, hetzelfde recept, jankende gitaar, dreunende orgeltonen, primair drumwerk, een heftig plukkende bassist die het ritme voortdurend opjaagt. Dan is het zover en wordt In-a-gadda-da-vida ingezet. Eerst het orgel, dan de gitaar die de lucht lijkt te willen verscheuren. Twee blonde meiden dringen zich naar voren. Toch nog twee groupies voor opa, maar hij ziet ze niet, hoeft ze ook niet, zou niet meer weten wat-ie met ze aanmoest. Als de drummer zijn minutenlang durende solo inzet, haalt Dorman moeizaam (geholpen door een roadie) zijn instrument van zijn schouder om zich stijf naar de zijkant van het podium te bewegen. Daar drinkt hij een pilsje, net als wij uit een plastic glaasje. De tijd van drugs is voorbij, het is nu zaak om overeind te blijven, nog zo lang mogelijk te blijven ademen. Prachtig die drumsolo, hij duurt en hij duurt maar. Steeds weer nieuwe variaties, holle klanken, felle klanken, blikkerige, dreunende. Je vraagt je af waarom ze daar in de jaren zeventig nu ineens zo'n hekel aan kregen. Als we terugrijden zijn we het erover eens, dit was een bevredigend concert, ruw, ongepolijst, met de dood op de hielen gespeeld, maar zonder concessies. Rock 'n roll gaat een leven lang mee. Archives
January 2025
Categories |
official website [Copyright © Gerrit Brand 2010-2024]
All rights reserved GerritBrand.nl Website is NOT responsible for any external link on the website Powered by: Uitgeverij Nobelman |
Contact
Uitgeverij Nobelman Emdenweg 3 9723 TA Groningen The Netherlands Tel: + 31 (0) 6 50831893 e-mail : [email protected] |