Gerrit Brand |
Recensie Een klein oeuvre maar wat een meesterwerken! Bijbelse landbouw en Een glas woede zijn de twee voornaamste werken van Raduan Nassar. Uitgeverij Prometheus heeft ze als twee verschillende boekjes uitgebracht. In de sublieme vertaling van Harrie Lemmens. Raduan Nassar (1935) is een raadselachtige schrijver die je zonder meer tot de top van de Braziliaanse literatuur mag rekenen. Het gekke is dat hij na deze twee boeken, en nog een paar verhalen die (nog) niet vertaald zijn maar wel in zijn Obra Completa dat in 2016 in Brazilië uitkwam staan, gestopt is met schrijven. Het leven bestaat uit toevalligheden. Zo las ik begin vorig jaar ergens dat aan Raduan Nassar de Prêmio Camões 2016 was toegekend, de belangrijkste literaire prijs voor het Portugees taalgebied die door de Braziliaanse en Portugese overheid gezamenlijk wordt verleend. Even googelen leverde als resultaat op wie Raduan Nassar was en dat er nog geen enkel boek van hem in Nederlandse vertaling was verschenen. Ik dacht, hier ligt een kans voor mij als uitgever, en desnoods vertaal ik zijn werk zelf, en dus liet ik me door vrienden in Brazilië een exemplaar van zijn Obra Completa toesturen, een prachtige hardcover, mooi papier, mooie linnen band, 450 pagina’s is alles wat Nassar (1935) ooit heeft geschreven. Ik begon te lezen, maar kwam na een paar bladzijden al tot de ontdekking dat vertalen van dit erudiete proza geen sinecure zou zijn. Ik had het druk met andere dingen en dus bleef het boek maar liggen op mijn bureau. Enkele weken geleden las ik tot mijn verbazing een recensie van twee boeken van Nassar die net in het Nederlands waren verschenen, in de vertaling van Harrie Lemmens. Daar ging mijn illusie om ooit de uitgever van Raduan Nassar in Nederland te worden. Prometheus was me voor. Harrie Lemmens heeft Raduan Nassar toegankelijk gemaakt voor Nederlandse lezers, ook voor mensen die Portugees lezen, zoals ik, want Nassar is niet gemakkelijk te lezen, vanwege zijn zinsconstructies, enorme lange zinnen van soms enkele bladzijden lang, vanwege het gebruik van typisch Braziliaanse woorden die je soms gewoonweg niet kent maar vooral ook vanwege de inhoud van wat hij mee te delen heeft. Wat hij zegt is vaak, ook in Nederlandse vertaling, behoorlijk ondoorgrondelijk. Hij schrijft vaak associatief. Hij weet echter voortdurend een bepaalde sfeer te treffen die je meesleept in het verhaal. Je beseft, voelt gewoonweg aan, dat je hier iets heel bijzonders zit te lezen. Wat je leest laat je niet los, je wilt verder in het verhaal, je wilt weten waar al die woorden naartoe gaan leiden. Nassar schreef deze beide boeken in de jaren zeventig. Bijbelse landbouw verscheen oorspronkelijk in 1975 en Een glas woede in 1978. Daarna was het zo’n beetje voorbij met de literatuur voor Nassar. Hij gooide het bijltje erbij neer en werd fazendeiro, boer maar dan op z’n Braziliaans, groots en meeslepend. Beide boeken zijn geschreven in de ik-vorm en vormen bespiegelingen over het leven. Intensief, een vloed van gedachtenspinsels, lange zinnen met een wat excentrieke interpunctie, associatief en sfeervol. Niet zo vreemd dat hij na deze boeken stopte met schrijven, want als je zo schrijft ben je op een gegeven moment klaar. Hoe kun je nog verder gaan? Waar gaat Bijbelse landbouw over? Over een jongeman, André, die de boerderij van zijn ouders verlaat omdat hij het archaïsche leven op de boerderij (Nassars ouders waren Libanese immigranten) zat is, maar hij wordt teruggehaald door zijn broer. Het gaat over simpel plattelandsleven versus een intellectueel bestaan, over het je ontworstelen aan je milieu, Bijbelse normen en waarden die overboord gaan, seks, incest, een broeierige sfeer. Dan Een glas woede. Een man brengt de nacht door op zijn boerderij met zijn geliefde, een journaliste. Ze hebben seks, douchen en ontbijten. Als zij op het punt staat weg te rijden ontdekt hij dat de mieren een stuk uit zijn heg hebben gevreten en hij ontsteekt in woede. Er ontstaat een bizarre ruzie tussen hem en zijn geliefde, ze maken elkaar uit voor van alles en nog wat. Het levert heftige scenes op die seksueel getint zijn en agressief. Op een gegeven moment slaat hij zijn geliefde een paar maal in het gezicht, maar zelfs daarna neemt het erotische aspect weer de overhand. Het doet je onwillekeurig denken aan de perikelen rond Camiel Eurlings die zijn lidmaatschap van het IOC-bestuur opgaf vanwege het feit dat hij zijn vriendin tijdens een ruzie mishandeld had. Ergens las ik dat ze hem ‘homo’ genoemd had, misschien een roddel. De vrouw in het verhaal van Nassar noemt de man op een gegeven moment ook homo, ondanks het feit dat de seks haar in het begin van het boek blijkbaar uitstekend bevallen was. Onwillekeurig ga je denken, er kan meer achter ‘huiselijk’ geweld schuilen dan je zo op het eerste gezicht denkt. Veroordelen is gemakkelijk, maar wat voor passie en furie gingen ermee gepaard? Nassar citeert uit de wereldliteratuur, is dus beslist geen eenvoudige boerenjongen uit de binnenlanden van Brazilië, die toevallig een paar meesterwerken heeft geschreven. Hij is universitair geschoold. Hij schreef deze boeken rond zijn veertigste en werd zoals gezegd daarna landbouwer/konijnenhouder. Wat doet het ertoe wat zijn beweegredenen waren. Hij bracht literatuur en leven samen. Geen strikte scheiding. Prachtig. Braziliaanse literatuur (waaronder Guimarães Rosa, Dalton Trevisan, Graciliano Ramos) is onovertroffen vertaald door August Willemsen. Maar Willemsen is allang dood en Harrie Lemmens vertaalt ook allang uit het Portugees (o.a. Eça de Queiroz, José Saramago), daar niet van, maar is toch wel de man die je als waardig opvolger van Willemsen kunt beschouwen. Want geloof me, vertalen uit het Portugees is niet gemakkelijk, vooral niet als je er in het Nederlands een even pakkend boek van wilt maken als in het Portugees. De twee boeken van Raduan Nassar zijn bepaald niet dik. Je moet er echt even voor gaan zitten en het gelezene over je heen laten komen. Zoals je Bruno Schulz of Proust over je heen moet laten komen. Hallucinerende literatuur. Probeer niet de betekenis van wat er precies gezegd wordt te bevatten. Raduan Nassar – Bijbelse landbouw. Uit het Portugees vertaald door Harrie Lemmens. Prometheus, Amsterdam. 200 blz. € 19,99. Raduan Nassar – Een glas woede. Uit het Portugees vertaald door Harrie Lemmens. Prometheus, Amsterdam. 80 blz. € 12,99.
0 Comments
Leave a Reply. |
AuteurGerrit Brand, neerlandicus, woonachtig in Groningen, schrijver, piloot, ondernemer, zes romans gepubliceerd, Tolvlucht, Omnia Uitgevers, 2007. Bij uitgeverij Nobelman: Een heel nieuw leven, 2011; De wegen van Valentina, 2014; De Amerikaan, 2019; Le Mans, 2021; Cinemascope, 2023. Archives
January 2025
Het lage podium staat vol met apparatuur. 't Is 2010 maar het ziet eruit als 1968. Microfoonstandaards, snoeren, een Rolandorgel, een uitgebreid drumstel samengesteld uit transparante trommels, van de achteren af doorlicht. Blauwe en gele spots. Een blonde Fries staat bij het podium. 'Ken je de band nog van vroeger?' vraag ik. 'Ik heb de elpee,' luidt het antwoord, ' 't is een cultband, hè? Dat ze nog bestaan!' 'Volgens mij zijn ze jarenlang uit de running geweest (Ik heb me gedocumenteerd op internet alvorens naar Drachten (of all places) af te reizen), alleen de bassist is nog over van de originele bezetting.' De zaal is slechts gevuld met een handjevol mensen. Ik ben niet de jongste, maar ook zeker niet de oudste. Veel grijs, spijkerbroeken, slierterig lang haar. Een mooie zaal, ideaal voor rockconcerten, met een prachtige bar. Authentieke barkeepers, gouden oorringen en tatoeages, petjes, Harley Davidson op de borst. Plastic bekertjes (vroeger had je nog echte glazen, stond je tijdens een rockconcert vaak in de glasscherven, moest je schoenen aantrekken met stevige zolen), mijn god, je moet betalen met muntjes. Stop een tientje in een automaat en er rollen zes plastic muntjes uit. Een bier is één muntje, hoeveel kost dan één biertje? Ik bied de Fries ook maar een pilsje aan en vraag hem hoe oud hij is. Achtenvijftig, ik had hem jonger geschat. Hij heeft iets jongensachtigs, is dat rock 'n roll? Hij vertelt dat hij vaak, overal en nergens, in de provincie naar rockconcerten gaat. De oude namen, Ten Years After, Focus en nu Iron Butterfly, als feniksen uit de as herrezen zijn ze er om de zoveel jaar weer, back on stage, als jonge goden. Eindelijk komt de band op. Links het orgel, Boris Karloff (met lang haar) bespeelt hem, de drummer heeft bij Wishbone Ash gespeeld, rechtst de gitarist, afkomstig uit Seattle, en in het midden, vóór op het podium op een barkruk geleund, stram in de dunne benen, moeizaam bewegend, de benige vingers omwikkeld met leukoplast, bassist Lee Dorman. Petje, bril. Er wordt meteen ingezet en het geluid is overweldigend. In de sixties heette het psychedelische rock, ik zou het hardrock willen noemen. Enkele nummers, lang uitgesponnen, gierende gitaar, meeslepend orgel, hakkende drummer, drijvende bas. Mummelende Dorman, onverstaanbaar. Wat zegt-ie, wat zegt-ie? Schouderophalen, gelach. Vingers omhoog, geweldig. De jaren vallen van de schouders. Wat heb ik de afgelopen veertig jaar gedaan, meegemaakt? Vergeet het, we zijn weer terug bij het begin. Een mens verandert niet, je karakter ligt vast. Dorman mompelt iets van Harley Davidson en begint te zingen, Easy Rider. Pegs of people line the street / A ball and chain around their feet / Waitin' for a weekend treat / But Easy Rider's got 'em all beat 'cause / Easy rider, he's a glider / (Easy) Freedom, every day... Hier komen we voor. Nog een paar nummers, hetzelfde recept, jankende gitaar, dreunende orgeltonen, primair drumwerk, een heftig plukkende bassist die het ritme voortdurend opjaagt. Dan is het zover en wordt In-a-gadda-da-vida ingezet. Eerst het orgel, dan de gitaar die de lucht lijkt te willen verscheuren. Twee blonde meiden dringen zich naar voren. Toch nog twee groupies voor opa, maar hij ziet ze niet, hoeft ze ook niet, zou niet meer weten wat-ie met ze aanmoest. Als de drummer zijn minutenlang durende solo inzet, haalt Dorman moeizaam (geholpen door een roadie) zijn instrument van zijn schouder om zich stijf naar de zijkant van het podium te bewegen. Daar drinkt hij een pilsje, net als wij uit een plastic glaasje. De tijd van drugs is voorbij, het is nu zaak om overeind te blijven, nog zo lang mogelijk te blijven ademen. Prachtig die drumsolo, hij duurt en hij duurt maar. Steeds weer nieuwe variaties, holle klanken, felle klanken, blikkerige, dreunende. Je vraagt je af waarom ze daar in de jaren zeventig nu ineens zo'n hekel aan kregen. Als we terugrijden zijn we het erover eens, dit was een bevredigend concert, ruw, ongepolijst, met de dood op de hielen gespeeld, maar zonder concessies. Rock 'n roll gaat een leven lang mee. Archives
January 2025
Categories |
official website [Copyright © Gerrit Brand 2010-2024]
All rights reserved GerritBrand.nl Website is NOT responsible for any external link on the website Powered by: Uitgeverij Nobelman |
Contact
Uitgeverij Nobelman Emdenweg 3 9723 TA Groningen The Netherlands Tel: + 31 (0) 6 50831893 e-mail : [email protected] |