Gerrit Brand |
Het graf van Michelangelo Antonioni in Ferrara
Rijdend langs de oostkust van Italië naar het zuiden komen we langs de Po-delta. Hier ontvouwt zich het decor van de vroegste films van Michelangelo Antonioni. In 1943 maakte hij hier de opnamen voor Gente del Po, een documentaire over het leven van de mensen in de Po-vlakte. Van de film is slechts een fragment van dertien minuten bewaard gebleven. Antonioni zou later wereldberoemd worden met films als La Notte, L’avventura, Blow-up, The Passenger en Zabriskie Point. Wereldberoemd maar desalniettemin geen filmmaker voor de massa. Daarvoor is zijn werk te gesloten. Veel mensen vinden zijn films saai, er gebeurt weinig in, je moet Antonioni’s werk leren begrijpen en waarderen. Er zit geen seconde beeld in zijn films die niet overdacht en gepland is. Elk beeld heeft betekenis zoals in een waarachtig literair werk elk woord door de schrijver gewikt en gewogen is alvorens definitief te zijn neergeschreven. Zoiets. Vermoeiend? Soms wel maar je hoeft ook niet de hele dag Antonioni-films te kijken. De Po-delta is een van de grootste wetland-gebieden in Europa. Drasland schijnt een aardige vertaling te zijn maar wie kent dit woord? Het land is nat, laag liggende velden die vaak onder water komen te staan. De Po is de grootste rivier van Italië en mondt uit in de Po-delta, tegenwoordig een beschermd natuurgebied met een bijzondere flora en fauna. (…) Tegen de avond rijden we Ferrara binnen. Een kleine universiteitsstad met zo’n 135.000 inwoners en een duizendjarige historie. De stad kent nog een stadsmuur die onder andere beschreven wordt in de prachtige roman Il giardino dei Finzi-Contini (de tuin van de Finzi-Contini’s) van Giorgio Bassani. Net als filmmaker Michelangelo Antonioni is schrijver Giorgio Bassani in Ferrara geboren en begraven. Ik ben nieuwsgierig naar de stad waarin zij opgroeiden en hun werk zich voor een deel afspeelt. Veel van Bassani’s romans spelen in Ferrara, terwijl ook Antonioni een film draaide met Ferrara als decor. (…) Simone is de enthousiaste gastheer die ons onmiddellijk wegwijs wil maken in Ferrara. ‘Ferrara is een echte fietsstad,’ legt hij uit. ‘Als je de stad wilt leren kennen kun je het beste een fiets huren.’ Dat gaan we doen en als echte Hollanders nemen we de goedkoopste verhuurder, die bij het treinstation. Voor vijftien euro hebben we tot zes uur ’s avonds twee fietsen. Maar wat voor een fietsen, groter wrakken zijn er in ons land nauwelijks te vinden. Je kunt er op rijden maar daar is dan ook alles mee gezegd. Goed, op die van mij zit een kinderzitje waar Helena van zes achterstevoren op wil zitten omdat ze anders klem zit onder mijn zadel, maar vooruit maar we zullen zien hoe ver we komen in deze bloedhitte. Het valt niet mee maar gelukkig kent Ferrara fietspaden en is het autoverkeer binnen de stadsmuren beperkt. Alleen vergunninghouders mogen daar rijden. Je wordt dus niet door auto’s van de sokken gereden. Een voordeel is ook dat het stadje niet erg groot is. De afstanden zijn kort. Ik heb de kaart bestudeerd die Simone ons mee heeft gegeven en waarop hij de belangrijkste toeristische plekken heeft aangekruist. Castello Estense in het centrum, het vierkante kasteel van het huis van Este dat dateert uit de veertiende eeuw, en de twaalfde eeuwse kathedraal zijn een bezoek waard. Er zijn parken en tuinen en – |
kerkhoven. Nu ik hier toch ben wil ik het graf van Michelangelo Antonioni bezoeken en dat van Giorgio Bassani. Vreemd eigenlijk want in Nederland heb ik nog nooit het graf van een bekende schrijver of kunstenaar bezocht. Hoe dan ook, we fietsen richting de noordelijke stadsmuur waar het Certosa-kerkhof moet liggen. De temperatuur loopt tegen de 35 graden, Helena jammert weer eens dat ze een ijsje wil en het weggetje naar het kerkhof blijkt uit keiharde kasseien te bestaan. Ik ben bang dat de verweerde fietsbanden het gerammel niet zullen overleven maar wonder boven wonder het gaat goed. Flink bezweet komen we op het kerkhof aan, maar waar ligt nu Antonioni? Het kerkhof staat vol met ‘grafkelders’, bovengrondse bouwsels met een gietijzeren hekwerk. Suhaila is niet van plan in deze hitte met me mee te zoeken en ook Helena geeft er de brui aan. Zij blijven achter in de schaduw van een gebouw bij de ingang. Ik begin te lopen. Het zweet breekt me al snel uit. Wat is dit voor een waanzinnige onderneming? De ene na de andere graftombe loop ik voorbij. Nergens Antonioni boven de deuropening. Ik begin van lieverlee steeds sneller te lopen. Wat zoek ik hier eigenlijk? Ik ben al twee jaar ‘bezig met Antonioni’. Heb al zijn films meerdere malen gezien, boeken over hem gelezen (vooral het boek van de Amerikaanse classicus William Arrowsmith is onmisbaar voor een goed begrip van de films van Antonioni) en hij is mijn inspiratiebron (muze moet ik eigenlijk zeggen maar hoort een muze niet een vrouw te zijn?) bij het schrijven van mijn nieuwe roman. Ik moet dat graf zien. Na minstens een half uur sjouwen sta ik dan toch ineens voor zijn tombe. Het is een uit bakstenen opgetrokken huisje. Clean en netjes afgewerkt als de films van de meester. Een beetje kil zelfs, te nieuw en te emotieloos. Ik wis het zweet van mijn voorhoofd en maak snel een paar foto’s met de grote camera van mijn vrouw. De camera staat op manual en ik vraag me af of de foto’s wel scherp zijn en of de belichting wel goed is. Daarom maak ik voor de zekerheid nog snel een paar foto’s met mijn iPhone. Geen emoties, eerlijk gezegd, het doet me niks. Dat was het dan. Ik heb het graf van Antonioni gezien.
Ondanks de warmte en wetend dat ik vrouw en kind in de gordijnen aan het jagen ben zet ik toch door en wil ook nog het graf van Bassani vinden. Die ligt op het Joodse kerkhof naast Certosa. Ferrara had bijna duizend jaar lang een bloeiende min of meer geassimileerde Joodse gemeenschap waar de stad voor een niet gering deel haar grootse verleden aan te danken heeft. De Duitsers maakten er in de Tweede Wereldoorlog een einde aan. Bassani’s boeken gaan over het Ferrara van voor de oorlog. We vinden de ingang maar het Cemiterio Ebraico is gesloten. De toegangspoort zit op slot. Genoeg is genoeg. We zoeken een café en gaan ijs eten en bier drinken. (Dit stuk tekst maakt deel uit van een lang artikel, Viaggio in Italia, geschreven voor magazine GranTurismo, juli 2013. |
official website [Copyright © Gerrit Brand 2010-2024]
All rights reserved GerritBrand.nl Website is NOT responsible for any external link on the website Powered by: Uitgeverij Nobelman |
Contact
Uitgeverij Nobelman Emdenweg 3 9723 TA Groningen The Netherlands Tel: + 31 (0) 6 50831893 e-mail : [email protected] |