Gerrit Brand |
Een beschouwing over het werk van Marcel Möring en in het bijzonder zijn nieuwe roman Eden door Gerrit Brand De nieuwe roman Eden van Marcel Möring is een meesterwerk. Een veelstemmig boek, met verschillende vertelperspectieven. Een filosofische roman waarin het thema tijd een belangrijke rol speelt. Möring vertelt op virtuoze wijze verhalen. Hij creëert voortdurend sfeer en houdt de vaart er goed in. Hoewel er geen plot in het boek zit, is het toch een pageturner. Je wilt weten of het hem gelukt al die verschillende verhaallijnen bij elkaar te brengen en blijft lezen tot je het boek uit hebt. Marcel Möring heeft met Eden (2017) zijn trilogie afgesloten, die begon met Dis (2007) en werd vervolgd met Louteringsberg (2011). Op de een of andere manier raakte ik eind jaren ’80 bekend met het werk van Möring, waarschijnlijk omdat het me interesseerde wat een mede-noorderling (Möring groeide op in Assen en ik woonde in Groningen) voor boeken schreef. Ik had Nederlands gestudeerd en waarschijnlijk was ik wel jaloers want Marcel Möring deed wat ik graag gedaan had, namelijk romans schrijven die ook nog gepubliceerd én lovend besproken werden. Toch las ik niet veel van hem. Op de een of andere manier spraken zijn boeken me niet zo aan. Mendels erfenis, Het grote verlangen en In Babylon, het leek me maar gekoketteer met zijn joodse achtergrond. Ik las overigens wél veel joodse schrijvers als Isaac Babel, Saul Bellow, Isaac Bashevis Singer of Bernard Malamud, en ik lees ze nog steeds, vooral Bellow en Malamud. Maar Marcel Möring? Die stond waarschijnlijk te dichtbij me, hoe kon een jongen uit Assen nou menen zich te kunnen meten met dat soort wereldliteratuur? En toch heeft Marcel Möring anno 2017 met Eden bewezen tot de literaire wereldtop te behoren, hij kan zich absoluut meten met bovengenoemde Amerikaans-joodse schrijvers. Dat hij zijn Nederlandse en in het bijzonder Drentse roots niet verloochent blijkt uit de aandacht die hij eraan besteedt. Assen is de stad van de TT, motorraces. Het is een bijna mythisch gebeuren in deze kleine provinciehoofdstad. Ik ben gek op motoren en hou van de lucht van verbrande motorolie. Marcel Mörings roman Dis speelt in Assen in het weekend van de TT. De Nacht van Assen is de Hel van Dante. Met Dis begon mijn aandacht voor Möring. Ik vond het een prachtige roman die natuurlijk helemaal niet over de TT ging maar zich alleen maar afspeelde in het inferno van de Nacht van Assen. Assen als Dis, de hellestad uit de Goddelijke komedie van Dante. Dis zit vol literaire verwijzingen naar mythologische verhalen en mythen. Maar daar bleef het eerst weer bij wat mijn enthousiasme het werk van Möring betrof. Vier jaar later kwam Louteringsberg uit en de kritieken waren niet altijd even lovend, men vond het boek bijvoorbeeld te uitgesponnen, het had wel wat minder gekund. Ik liet het links liggen, totdat ik het in het antiquariaat van Berger en De Vries in de Pelsterstraat in Groningen tegenkwam, voor 2 euro. Ik had net gelezen dat in januari Mörings nieuwste, Eden, zou verschijnen en dat dat het laatste deel in de trilogie zou zijn die met Dis was begonnen. Louteringsberg dus gekocht en meteen gelezen. Rond de kerstdagen, zo’n periode waarin je ongestoord lekker lang achter elkaar door kunt lezen, iets wat nodig is om een dikke pil als Louteringsberg te lezen. Ik vond het een fantastisch boek. Möring is gewoon een hele goede schrijver, die mooie, elegante zinnen schrijft. Wat me ook opviel (iets wat de Möringkenners natuurlijk allang weten) is, dat de personages in de boeken van Möring door al zijn romans heen in een of andere vorm steeds weer terugkeren. Mendel Adenauer uit Mendel’s erfenis, Marcus Kolpa uit Dis, Jacob Noach uit Louteringsberg enzovoort. Ik vond Louteringsberg helemaal niet te lang. Ik had hem nog geen twee weken uit of daar zat Eden al in de brievenbus. Ik ben er meteen aan begonnen. En nu ik hem uit heb zie ik wat voor een prachtig oeuvre Möring heeft gecreëerd. Het maakt hem tot een van de meest serieuze en beste schrijvers van Nederland. Hij is overigens niet zo’n megalomane oeuvrebouwer als A. F. Th. van der Heijden, maar Möring zit wel in diezelfde hoek. Hoewel ik niet precies zou kunnen zeggen wat nu wel en wat niet autobiografisch is in zijn werk, is het wel duidelijk dat hij veel autobiografische elementen in zijn romans stopt (maar welke schrijver doet dat niet?). Alleen al die drang om zijn eigen joodse wortels te willen blootleggen zegt wat dat betreft genoeg. Jazz Marcel Möring houdt de vaart er altijd in. Hoewel zijn boeken beslist geen thrillers zijn, weet hij de spanning erin te houden. Je blijft lezen ondanks het feit dat er eigenlijk geen plot in zijn romans zit. Ook in Eden zit geen plot maar komen allerlei verhaallijnen op het eind toch bij elkaar, hoewel je niet precies kunt zeggen op welke manier. Hoe flikt de schrijver dat om de lezer op het eind toch een bevredigd gevoel te geven? Verleden tot 2000 jaar terug in de Oost-Europese oerbossen en heden in de Drentse bossen komen aan het eind van Eden bij elkaar. En al die personages die we nog uit zijn vorige boeken kennen zijn ook weer van de partij. Wat verder opvalt is een zekere melancholie die over Mörings teksten ligt. Eden (maar ook Louteringsberg) is als het luisteren naar een goeie plaat, pianomuziek, jazz van Keith Jarrett of Ahmad Jamal. Het sprankelt en kabbelt voort. De tijd Möring heeft op elke bladzij wel iets filosofisch te zeggen, iets wat je aan het denken zet, over de wereld, de manier waarop mensen met elkaar omgaan, over goed en kwaad en over de tijd. Vooral de laatste, de tijd, komt ruimschoots aan bod in Eden. Als je een boek leest relateer je dat bewust of onbewust ook aan wat je in die periode dat je het leest beleeft of in je hoofd hebt. Zo bezocht ik in de week dat ik Eden las een punkconcert van UK Subs, een punkband die al 40 jaar, sinds 1977, rauwe punk speelt alsof er in al die jaren niets veranderd is. Dat deed me nadenken over de tijd die niets anders kan dan verstrijken. Naarmate je ouder wordt, lijkt de tijd ‘kleiner’ te worden. Het concert van de Sex Pistols dat ik 40 jaar leden bijwoonde in Huize Maas in Groningen lijkt minder ver terug in de tijd dan iets wat ik in 2000 meemaakte. Een zekere T.V. Smith (ook zo’n punkicoon) trad op in het voorprogramma van UK Subs. Die man speelt ook al 40 jaar hetzelfde. Shit, I am almost 61, zei hij, al raggend op zijn gitaar. Marcel Möring is ook al bijna 60. In Eden heeft hij het op een gegeven moment over de tijd. Over Adam, die, verdreven uit het paradijs, plotseling tijdsbesef krijgt. Het leven is geen grapje meer als je beseft dat je alsmaar ouder wordt. Marcel Möring filosofeert in Eden over de tijd, het leven en oud worden. Fantasie is werkelijkheid ‘De fantasie waarin men leeft is de werkelijkheid,’ zegt psychiater Mendel Adenauer ergens in het boek. ‘En we hebben allemaal onze eigen fantasie. Dat is het verhaal dat we van onszelf maken.’ Volgens mij is dit waar het Möring om gaat. Een verhaal maken van je eigen leven door je fantasie te gebruiken. Er staan plaatjes in dit boek, afbeeldingen van historische kaarten en andere prenten. Waarom? Geen idee, het boek had ook zonder gekund. Er wordt met de typografie gespeeld. De perspectieven van waaruit verteld wordt worden in verschillende lettertypes weergegeven. Eden is een rijk boek dat je steeds weer op verrassende wijze aan het denken zet. Nog zo’n thema van Möring: de mens is steeds bezig orde in de chaos te scheppen. Een tuin aanleggen en onderhouden is orde scheppen in de chaos van de natuur. Toen Adam en Eva uit het paradijs werden verdreven werden ze voor het eerst geconfronteerd met het begrip tijd én moesten ze aan het werk, moesten ze orde scheppen in de chaos. De natuur de baas blijven vereist niet aflatend bezig zijn. Je bent nooit klaar, moet altijd weer opnieuw aan de slag. Een mens blijft bezig. Dit lijkt me de kern van het boek. Daarnaast is, zoals ik al zei, Mörings werk, en Eden ook weer, een eerbetoon aan de provincie waarin hij opgroeide, de recente geschiedenis van Drenthe en Assen wordt erbij gehaald, maar ook de prehistorie, een eerbetoon ook aan het eigene, aan de kleine gemeenschap, aan het feit dat mensen elkaar kennen en voor elkaar zorgen. Marcel Möring verliet een paar jaar geleden Facebook. Het voortdurend iets leuks moeten posten over jezelf is niet aan hem besteed. Möring is geen man voor oppervlakkige, virtuele contacten. Hij wil het leven in het echt beleven. Nog iets wat me opviel, een vrolijke noot lijkt me: er wordt nogal wat afgekookt en gegeten in de trilogie. Het kan niet anders of Möring is een liefhebber van lekker eten. Dat koken is vast een autobiografisch element in zijn romans. Of ga ik nu weer te ver? Ik denk niet dat Möring het prettig vindt als je te veel tracht uit te vissen wat werkelijkheid is in zijn boeken en wat fictie. Zijn boeken zijn immers zíjn fantasieverhaal van zíjn leven. Eden, Marcel Möring ISBN 9789023496144 Uitgeverij De Bezige Bij 408 pagina's € 19,99
2 Comments
Leave a Reply. |
AuteurGerrit Brand, neerlandicus, woonachtig in Groningen, schrijver, piloot, ondernemer, zes romans gepubliceerd, Tolvlucht, Omnia Uitgevers, 2007. Bij uitgeverij Nobelman: Een heel nieuw leven, 2011; De wegen van Valentina, 2014; De Amerikaan, 2019; Le Mans, 2021; Cinemascope, 2023. Archives
September 2024
Het lage podium staat vol met apparatuur. 't Is 2010 maar het ziet eruit als 1968. Microfoonstandaards, snoeren, een Rolandorgel, een uitgebreid drumstel samengesteld uit transparante trommels, van de achteren af doorlicht. Blauwe en gele spots. Een blonde Fries staat bij het podium. 'Ken je de band nog van vroeger?' vraag ik. 'Ik heb de elpee,' luidt het antwoord, ' 't is een cultband, hè? Dat ze nog bestaan!' 'Volgens mij zijn ze jarenlang uit de running geweest (Ik heb me gedocumenteerd op internet alvorens naar Drachten (of all places) af te reizen), alleen de bassist is nog over van de originele bezetting.' De zaal is slechts gevuld met een handjevol mensen. Ik ben niet de jongste, maar ook zeker niet de oudste. Veel grijs, spijkerbroeken, slierterig lang haar. Een mooie zaal, ideaal voor rockconcerten, met een prachtige bar. Authentieke barkeepers, gouden oorringen en tatoeages, petjes, Harley Davidson op de borst. Plastic bekertjes (vroeger had je nog echte glazen, stond je tijdens een rockconcert vaak in de glasscherven, moest je schoenen aantrekken met stevige zolen), mijn god, je moet betalen met muntjes. Stop een tientje in een automaat en er rollen zes plastic muntjes uit. Een bier is één muntje, hoeveel kost dan één biertje? Ik bied de Fries ook maar een pilsje aan en vraag hem hoe oud hij is. Achtenvijftig, ik had hem jonger geschat. Hij heeft iets jongensachtigs, is dat rock 'n roll? Hij vertelt dat hij vaak, overal en nergens, in de provincie naar rockconcerten gaat. De oude namen, Ten Years After, Focus en nu Iron Butterfly, als feniksen uit de as herrezen zijn ze er om de zoveel jaar weer, back on stage, als jonge goden. Eindelijk komt de band op. Links het orgel, Boris Karloff (met lang haar) bespeelt hem, de drummer heeft bij Wishbone Ash gespeeld, rechtst de gitarist, afkomstig uit Seattle, en in het midden, vóór op het podium op een barkruk geleund, stram in de dunne benen, moeizaam bewegend, de benige vingers omwikkeld met leukoplast, bassist Lee Dorman. Petje, bril. Er wordt meteen ingezet en het geluid is overweldigend. In de sixties heette het psychedelische rock, ik zou het hardrock willen noemen. Enkele nummers, lang uitgesponnen, gierende gitaar, meeslepend orgel, hakkende drummer, drijvende bas. Mummelende Dorman, onverstaanbaar. Wat zegt-ie, wat zegt-ie? Schouderophalen, gelach. Vingers omhoog, geweldig. De jaren vallen van de schouders. Wat heb ik de afgelopen veertig jaar gedaan, meegemaakt? Vergeet het, we zijn weer terug bij het begin. Een mens verandert niet, je karakter ligt vast. Dorman mompelt iets van Harley Davidson en begint te zingen, Easy Rider. Pegs of people line the street / A ball and chain around their feet / Waitin' for a weekend treat / But Easy Rider's got 'em all beat 'cause / Easy rider, he's a glider / (Easy) Freedom, every day... Hier komen we voor. Nog een paar nummers, hetzelfde recept, jankende gitaar, dreunende orgeltonen, primair drumwerk, een heftig plukkende bassist die het ritme voortdurend opjaagt. Dan is het zover en wordt In-a-gadda-da-vida ingezet. Eerst het orgel, dan de gitaar die de lucht lijkt te willen verscheuren. Twee blonde meiden dringen zich naar voren. Toch nog twee groupies voor opa, maar hij ziet ze niet, hoeft ze ook niet, zou niet meer weten wat-ie met ze aanmoest. Als de drummer zijn minutenlang durende solo inzet, haalt Dorman moeizaam (geholpen door een roadie) zijn instrument van zijn schouder om zich stijf naar de zijkant van het podium te bewegen. Daar drinkt hij een pilsje, net als wij uit een plastic glaasje. De tijd van drugs is voorbij, het is nu zaak om overeind te blijven, nog zo lang mogelijk te blijven ademen. Prachtig die drumsolo, hij duurt en hij duurt maar. Steeds weer nieuwe variaties, holle klanken, felle klanken, blikkerige, dreunende. Je vraagt je af waarom ze daar in de jaren zeventig nu ineens zo'n hekel aan kregen. Als we terugrijden zijn we het erover eens, dit was een bevredigend concert, ruw, ongepolijst, met de dood op de hielen gespeeld, maar zonder concessies. Rock 'n roll gaat een leven lang mee. Archives
September 2024
Categories |
official website [Copyright © Gerrit Brand 2010-2024]
All rights reserved GerritBrand.nl Website is NOT responsible for any external link on the website Powered by: Uitgeverij Nobelman |
Contact
Uitgeverij Nobelman Emdenweg 3 9723 TA Groningen The Netherlands Tel: + 31 (0) 6 50831893 e-mail : [email protected] |